Wat is de betekenis van Afgrond?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afgrond

m. (-en), (eig.) grondeloze diepte (met de bijgedachte van gevaarlijk), diepe rotskloof, eng dal, krater van een vulkaan, mijnput enz. met steile wanden : een bodemloze, gapende afgrond ; in een afgrond vallen, storten, werpen ; — (fig.) wat gij hun ook geeft, niets helpt: alles verzinkt in een afgrond; — onpeilbare...

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afgrond

afgrond - Zelfstandignaamwoord 1. een grote steile diepte Hoogtevrees is de angst in een afgrond te vallen, nietwaar? Woordherkomst uit het Middelnederlands Synoniemen ravijn

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afgrond

afgrond - zelfstandig naamwoord uitspraak: af-grond 1. grote, steile diepte ♢ de bergbeklimmer viel in de afgrond Zelfstandig naamwoord: af-grond de afgrond Synoniemen ravijn

2025-07-25
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Afgrond

Zich er van afwenden: de feiten niet onder ogen willen zien. In de afgrond afdalen: men zou de oorzaak voor een ogenschijnlijk uitzichtloze situatie moeten vinden, zodat men er gemakkelijker mee om kan gaan en dus ook weer omhoog kan klimmen. In een afgrond kijken: Dreigende gevaren kunnen met dapperheid tegemoet worden gezien, aangezien ze op tijd...

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

afgrond

grondelose diepte.

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afgrond

s., ûn-, ôfgroun, djipte.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afgrond

m. -en; eig. zonder grond: steile, grondeloze diepte: in een afgrond vallen; een afgrond van ellende, poel, diepe ellende.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afgrond

('af) m. (-en) [Mned. af, zonder] 1. Eig. althans voor het oog onpeilbare, gevaarlijke diepte : een bodemloze, gapende -; in een vallen, storten, werpen. Syn. diepte, kolk, poel. 2. Metf. verbijsterende grootte, uitgestrektheid, hoeveelheid : een van ellende, van rampen. ➝ rand.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Afgrond

Volgens de voorstelling der Israëlieten vloeide de zee onder de aarde door, zoodat de aarde op het water dreef. „Want Hij heeft de aarde gegrond op de zeeën” (Ps. 24:2), en: „Die de aarde op het water uitgespannen heeft”. (Ps. 136 : 6), Die watervloed onder de aarde heet „de afgrond”. De vruchtbaarheid...