Wat is de betekenis van affecteren?

(affecteerde, heeft geaffecteerd), (<Fr.), 1. voorgeven, de schijn aannemen van — ; 2. Zie GEAFFECTEERD; 3. beschikbaar stellen: deze gelden te affecteren op, te vinden uit (een aangewezen post der begroting).

affecteren - Werkwoord 1. net doen alsof, voorgeven Woordherkomst afgeleid van het Franse affecter of daarvoor van het Latijnse 'affectare' (met het achtervoegsel -eren)

[Lat. affectare = aangrijpen, van ad = bij, en facere, factum = doen; afficere = aandoen] 1 aandoen; 2 (gelden) uittrekken en bestemmen; geaffecteerd, (overdreven) aangedaan; gemaakt, aanstellerig.

(affekteren) voorwenden; bestemmen (in een begroting)

voorwenden, de schijn aannemen.

zintuigen, zie aldaar

geaffecteerd (Fr.-Lat. affectare), zie geaffecteerd: gelden te affecteren op, te vinden uit (nl. uit een bepaalde post.

affecte'ren [Lat. affectare, op gezochte wijze trachten te bereiken] (affecteerde, heeft geaffecteerd), 1. voorgeven, de schijn aannemen van; 2. geaffecteerd; 3. aanwijzen ter dekking van bepaalde uitgaven; deze gelden te affecteren op, te vinden uit (een aangewezen post van de begroting).

Fucare, magonizare, ornare: & Nimis exquisitè velle facere.