Wat is de betekenis van Afbouw?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afbouw

m., 1. het afbouwen; 2. (germ.) ontginning : met de af bouw ener mijn beginnen.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afbouw

afbouw - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) het tot voltooiing afbouwen van een bouwwerk 2. geleidelijke beëindiging In dit intakegesprek worden uw problemen geïnventariseerd en wordt er met u gesproken over uw motivatie voor de afbouw van uw medicatie afbouw - Werkwoord 1....

2025-07-25
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

afbouw

Het afbouwen, voltooien. Het begrip wordt gebruikt sedert in XX bij de staal- en beton (zie) skeletbouw een scheiding werd gemaakt tussen het bouwen van het dragende skelet (de (zie) ruwbouw) en van de niet-dragende binnen- en buitenwanden en gevels, losse plafonds e.d..

2025-07-25
Management begrippenlijst

Drs. J. Heemstra & Drs. H.E. Wijnberg (1991)

Afbouw

Afbouw brengt de schoksgewijze dan wel geleidelijke inkrimping van de capaciteit van één of meer van de primaire dan wel secundaire processen van een bedrijf of instelling met zich mee, en wel op zodanige wijze, dat daarbij het aantal arbeidsplaatsen (geforceerd) moet worden verminderd. Afbouw onderscheidt zich van acute crisissituaties doordat de...

2025-07-25
Signalement van nieuwe woorden

Riemer Reinsma (1975)

afbouw

Het afbouwen. Directie en ondernemingsraad overleggen over de afbouw van de produktie.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afbouw

('av) m. het afbouwen.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

afbouw

afbouw - af'bouw, m., 1. het afbouwen, het voltooien (van een huis); 2. (germ. Du.: Abbau) ontginning (van mijn); 3. (germ.) geleidelijke vermindering.

2025-07-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Afbouw

Afbouw - is de eigenlijke winning van een nuttige delfstof, nadat de afzetting, waarin deze voorkomt, meestal een hellende schijf, door voorbereidende werken als schachten en mijngangen toegankelijk gemaakt is. Hij gaat al of niet gepaard met wederopvulling der leeggehaalde ruimte met waardeloos puin. Tenzij men aanvankelijk een gedeelte van de del...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afbouw

AFBOUW m. ontginning: met den afbouw eener mijn beginnen.