afblaaspijp
v. (-en) pijp tot afvoer van stoom en water bij het afblazen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Afblaaspijp - de pijp, welke den stoom afvoert, die uit de veiligheidskleppen ontsnapt, wanneer te groote stoomdruk deze opent, of wanneer ze ter uitlating van stoom door den machinist geopend worden; deze pijp eindigt op schepen een paar meter boven het dek in een bol, waarin het water, door den afgekoelden stoom aangevoerd, zich verzamelt.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J. Kramer (1908)
(Fr.: tuyau d’échappement; Eng.: discharge pipe) de pijp welke den stoom afvoert die uit de veiligheidskleppen ontsnapt, wanneer te groote stoomdruk deze opent, of wanneer ze ter uitlating van stoom door den machinist geopend worden; deze pijp eindigt op schepen een paar Meter boven het dek in een bol, waarin het water door den afgekoe...
J.H. van Dale (1898)
AFBLAASPIJP v. (-en), (stoomw.) pijp tot afvoer van den stoom en het water bij het afblazen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: