Aestĭmātĭo
ōnis, f. schatting, waardering, taxatie, aanslag, in aestimationem venire, geschat enz. worden, Liv., aestimationem habere, schatten enz., de aanslag opmaken, Cic., aestimatio litis (in het verband ook aestimatio alleen) schatting van schadevergoeding, boete, proces-kosten, bepaling der som, die de verliezer daarvoor moe...