Wat is de betekenis van Aesculus?

Áéculus L. [C. Linnaeus], - oude Lat. plantennaam, vroeger geschonken aan een soort van eik, doch door Linnaeus (zie Linnaea) willekeurig overgedragen op den paardenkastanje, d.i. den in Nederland veelvuldig als sierboom gekweekten kastanje met oneetbare zaden.

oude Lat. pltn. voor een eik; door Linnaeus overgedragen op de paardenkastanje

paardenkastanje. Gerangschikt onder de Choripetalae en evenals Acer onder de Disciflorae en de groep met tegenoverstaande bladstand. Fam. Hippocastanaceae. De bladeren zijn handvormig samengesteld, gewoonlijk 5-7 tallig met een lange gezamenlijke bladsteel. Bladrand gezaagd, bloeiwijze, pluim. De vrucht is een doosvrucht. Het hout is wit, weinig du...

i, f. wintereik.

Paardekastanje, wilde kast., hoorn uit gematigde luchtstr.

1.fossiele vormen, zie Hippocastanaceae. 2.zie Paardenkastanje.

Aesculus - wilde kastanje, plantengeslacht van de Hippocastanaceeën, met een 16-tal boomachtige soorten in de gematigde deelen van N.-Amerika en Europa. Bekend zijn A. hippocastanum, de Paardenkastanje, A. Pavia, A. flava, de Gele Paardenkastanje e. a.

Aesculus, plantengeslacht behorend tot de familie van de Hippocastanaceae, met ca. 20 soorten (noordelijk halfrond). In West-Europa is de paardekastanje, Aesculus hippocastanum, die uit de Balkan stamt, algemeen. Geliefd als laan- en tuinboom om de brede kroon; dikke, kleverig-glimmende knoppen ’s winters, wollig behaarde, vroeg uitlopende, handvor...

geslachtsnaam eener plantentype behoorende tot de klasse der Tweezaadlobbigen met veelbladige bloemkroon, Dicotylédones Polypetalae, en tot de familie der Paardenkastanjes, Hippocastaneae ; het geslacht bevat slechts een soort, Aesculus Rippocastanum L., een hoogen boom, met gedraaiden stam, bladerkroon dicht en regelmatig; bladen langgestee...