Wat is de betekenis van adventicius?

2025-07-23
Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

adventicius

adventícius (-a, -um), - van Lat. advenre (van ad, naar; ventre, komen), aankomen, van buitenkomen: van buiten komend, van een ander land komend, adventief.

2025-07-23
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Adventīcĭus

1. in ’t alg., van elders komend, tepor, Cic. | in ’t bijz., uitheems, vreemd, genus (avium), trekvogels, Varr.; buitengewoon, toevallig, neven-, bij-. 2. bij de aankomst behorend, cena, welkomstmaal, Suet.

Gerelateerde zoekopdrachten