Wat is de betekenis van achterpand?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Achterpand

o. (-en), rugstuk van een kleed.

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

achterpand

achterpand - Zelfstandignaamwoord 1. achterste deel van een gebouw 2. rugstuk van een kledingstuk (met name van een jas) De hoogtepunten uit de eerste vrouwencollectie van Francesco Risso waren grijze jasjes met een heel bolle achterpand, jurken van een stof die leek op bubbelplastic en (mantel)pakke...

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

achterpand

(’achtər) o. (-en) Kleerm. rugstuk van een kleed.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

achterpand

achterpand - ach'terpand, o. (-en), rugstuk van een kleed.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Achterpand

ACHTERPAND, o. (-en), (kleerm.) rugstuk van een kleed.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)