Wat is de betekenis van Accommodatievermogen?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Accommodatievermogen

o., aanpassingsvermogen, inz. van het oog om op verschillende afstanden duidelijk te zien, door de kristallens minder of meer bol te zetten.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

accommodatievermogen

o. aanpassingsvermogen, inz. v. h. oog, waardoor het zich aanpast aan de afstand der voorwerpen.

2025-07-24
Populaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Accommodatievermogen

van het oog. Het normale oog is te beschouwen als een photographiecamera, die voor de verte is ingesteld; het heeft echter het vermogen om zich in te stellen voor het zien van dichtbij, en dit vermogen noemt men het accommodatievermogen. De accommodatie, of de willekeurige instelling van het oog voor nabijgelegen voorwerpen, bestaat in het b...

2025-07-24
Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Accommodatievermogen

Het vermogen der lens van het oog om zich te regelen naar den afstand van het voorwerp.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Accommodatievermogen

ACCOMMODATIEVERMOGEN, o. het accommodatievermogen van het oog, aanpassingsvermogen van het oog om op verschillende afstanden duidelijk te zien, inz. door de kristallens minder of meer bol te zetten.

2025-07-24
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

accommodatievermogen

accommodatievermogen - o. gmv. het accommodatievermogen van het oog

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)