Accommodatievermogen
o., aanpassingsvermogen, inz. van het oog om op verschillende afstanden duidelijk te zien, door de kristallens minder of meer bol te zetten.
Van Dale Uitgevers (1950)
o., aanpassingsvermogen, inz. van het oog om op verschillende afstanden duidelijk te zien, door de kristallens minder of meer bol te zetten.
M. J. Koenen's (1937)
o. aanpassingsvermogen, inz. v. h. oog, waardoor het zich aanpast aan de afstand der voorwerpen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. Ch. Bles (1929)
van het oog. Het normale oog is te beschouwen als een photographiecamera, die voor de verte is ingesteld; het heeft echter het vermogen om zich in te stellen voor het zien van dichtbij, en dit vermogen noemt men het accommodatievermogen. De accommodatie, of de willekeurige instelling van het oog voor nabijgelegen voorwerpen, bestaat in het b...
H.J. van Eyk (1916)
Het vermogen der lens van het oog om zich te regelen naar den afstand van het voorwerp.
J.H. van Dale (1898)
ACCOMMODATIEVERMOGEN, o. het accommodatievermogen van het oog, aanpassingsvermogen van het oog om op verschillende afstanden duidelijk te zien, inz. door de kristallens minder of meer bol te zetten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: