Wat is de betekenis van Accepter?

2025-07-24
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Accepter

1. aannemen, aanvaarden; zich schikken in; 2. goedkeuren, inwilligen; 3. accepteren; j’accepte, ik stem toe; j'en accepte l'augure, ik hoop dat het zo mag uitvallen (als u zegt).