Acalholicus.
Volgens het oudere spraakgebruik in moraaltheologie en kerkelijk recht had a. gewoonlijk den engeren zin van gedoopte niet-Katholiek (ketter of schismatiek); tegenwoordig omvat de term meestal alle niet-Katholieken, zoowel ongedoopten als gedoopten; en dit met dien verstande, dat allen, die momenteel buiten de Kerk staan, er onder vallen,onverschil...