Acăcus
i, m; koning van Aegina, vader van Peleus en Telamon, grootvader van Achilles en Aiax, om zijn vroomheid en rechtvaardigheid na zijn dood met Minos en Rhadamanthus als rechter der schimmen in de onderwereld aangesteld. Daarv. Aeăcĭdēs, ae, m. mannelijke nakomeling van Aeacus, Aeacide (zoon, kleinzoon, achterkleinzoon en in ’t alg. nakomeling...