Ăbūtor
ūsus sum (3), opgebruiken, geheel verbruiken. | tot iets gebruiken, zich ten nutte maken, ook = misbruiken; in oneigenlijke zin gebruiken. Het part. ook passief, abusus, Plaut.; abutendus, Suet.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
ūsus sum (3), opgebruiken, geheel verbruiken. | tot iets gebruiken, zich ten nutte maken, ook = misbruiken; in oneigenlijke zin gebruiken. Het part. ook passief, abusus, Plaut.; abutendus, Suet.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: