Wat is de betekenis van Abutilon?

2025-07-27
Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

Abutilon

Abutílon Adans. [M. Adanson]., - Graecizeering van den ouden Barbarijschen plantennaam oubutîlon, welke, voorzoover bekend, het eerst vermeld werd door den in zijn tijd (1e helft der 13e eeuw) zeer beroemden Arab, kruidkundige Ibn al Beithar.

2025-07-27
Plantenterminologie

Jac. de Bruijn (1973)

Abutilon

vergriekste pltn. uit Barbarije (Noord-Afrika)

2025-07-27
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Abutilon

geslacht van malveachtigen, waarvan sommige soorten bruikbare vezels (Chinajute) geven.

2025-07-27
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Abutilon

(fam. Malvaceeën) is een plant van de warme gebieden van Amerika met min of meer ingesneden bladeren. Bloemen wit of geel tot oranje, klokvormig, meest hangend. Bestuiving soms door kolibri’s. A. striatum (Mexico) en A. Darwini (Z.-Amerika) zijn bekende kasplanten, die echter ’s zomers ons klimaat goed verdragen. Vele bastaarden wo...

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Abutilon

Abutilon, een plantengeslacht der Malvaceae, met ca. 130 soorten kruiden of heesters met gesteelde, meest grote, fraaie bloemen in de bladoksels; de bijkelk ontbreekt. Inheems in de tropen, maar ook veel in subtropen en kassen. Abutilon theophrasti (= A. avicennae) is een geelbloemig, struikvormig onkruid (vooral rond de Middellandse Zee), dat veel...

2025-07-27
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Abutilon

Abutilon - Plantengeslacht der Malvaceeën, kruiden of heesters met meest fraaie bloemen; 80 soorten in de tropen. Bekend zijn A. Avicennae uit O.Indië en China, als vezelplant gekweekt; A. indicum, eveneens vezelplant; A. insigne (plaat Sierplanten I) uit Bolivia met donkerroode, lichter gevlekte bloemen, is een onzer schoonste sierheesters; des wi...

2025-07-27
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Abutilon

T., plantengeslacht van de fam. der Malowen (Malvaceae), zie ald.; omvattende een 70-tal in de tropen inheemsche soorten; enkele hebben verspinbare bastvezels, zooals de in Indië om die reden verbouwde Abut. indicum Don.; andere soorten worden als sierplanten gekweekt, zooals de uit Amerika afkomstige A. insigne Rauch, en A. striatum Dicks.