Wat is de betekenis van Ăbundo?

2025-07-29
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Ăbundo

(1), overvloeien, -stromen, buiten de oevers treden. | overdr., overvloedig van iets voorzien zijn, ook absol. = volop hebben, rijk zijn; in overvloed -, volop aanwezig of voorhanden zijn.

Gerelateerde zoekopdrachten