Aarzelen
(aarzelde, heeft geaarzeld), 1. (veroud.) al vechtende wijken; 2. (thans) uit schroom of besluiteloosheid zich weerhouden, schromen, weifelen, niet goed durven [opm.: na aarzelen gebruike men niet om]; schromen voort te gaan met iets: aarzelen in zijn keus; iets aarzelend doen, met schroom, niet uit volle overt...