Aardappelpoter
m. (-s), 1. kleine aardappel welke men poot; 2.iem. die aardappels poot; 3. poothout.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. kleine aardappel welke men poot; 2.iem. die aardappels poot; 3. poothout.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
aardappelpoter - m. (-s), werktuig om aardappelen op rijen te poten. Men verdeelt ze in twee groepen, half- en volautomatische. Bij de half automatische aardappelpoter worden de al of niet voorgekiemde knollen met de hand in bakjes gelegd, het verdere transportmechanisme zorgt ervoor, dat elk bakje zijn aardappel stort op het juiste moment, zodat d...
J.H. van Dale (1898)
AARDAPPELPOTER, m. (-s), kleine aardappel welken men poot; (ook) iem. die poot; poothout; ...POOTHOUT, o. (-en), een puntige stok waarmee gaten in het land worden gestoken om daarin aardappels te poten; ...RASP, v. (-en).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: