Aardappel
m. (-s, -en), 1. de bekende eetbare aardvrucht (onderaardse stengelknol); — de aardappels afgieten, het water van de gekookte aardappels gieten; (plat) wateren; — er uitzien als een afgegoten aardappel, er ontdaan en zweterig uitzien; — (gemeenz.) je bent maar een aardappel, betekent niet veel; — een...