aanneming des persoons
bevoordeling van iemand om persoonlijke redenen.
J. van Delden (1982)
Bevoordeling van iemand om persoonlijke redenen. En Petrus opende zijn mond en zeide: Inderdaad bemerk ik, dal: er bij God geen aanneming des persoons is, maar onder elk volk is wie Hem vereert en gerechtigheid werkt, Hem welgevallig (Hand. 10:34-35). Vgl. SV, Deut. 10:17, Rom. 2:11, Gal. 2:6 en Ef. 6:9.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: