Wat is de betekenis van aaide?

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aaide

aaide - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van aaien ♢Ik aaide ♢Jij aaide ♢Hij, zij, het aaide

2025-07-25
Drentsche spreekwijzen

Dr. J. Bergsma (1906)

aaide

(Eelde, Peize, Roden, NO. veenkol.) egge; eeg, eege (meer gebruikelijk te Eelde, Peize, Roden; verder Norg, Smilde, Ruinerwold, Noord−, Middenen Oost−Dr.); of eegde en eegt (Vries, Norgervaart, Havelte, Ruinen, Hoogeveen, Alteveer, Elp, Halen, Zuidenveld); heegde (Holl. Veld); eede (Diever, Dwingeloo, Lhee); eg (Witten). Zie eeg.

Gerelateerde zoekopdrachten