Gepubliceerd op 04-05-2021

Hofballet

betekenis & definitie

Balletvorm uit renaissance en barok, die zich vooral ontwikkelde in Italië en Frankrijk en een enorme bloei kende onder de regering van Lodewijk XIV, de Zonnekoning. Het hofballet is ontstaan uit de Italiaanse triomfi en de Engelse masques.

Uitvoerders waren de leden van de hofhouding en de koning zelf. Zij kregen het dansonderricht van een dansmeester. De hofballetten verenigden voordracht, dans en muziek in een mythologisch of allegorisch verhaal, dat bestond uit verschillende entrees(tonelen). Elk toneel had een speciaal decor en aangepaste pompeuze kostuums. Het laatste toneel was het grand ballet waarin iedereen optrad en geometrische figuren doorheen de zaal maakte. De meeste hofballetten werden gecomponeerd door Jean-Baptiste Lully en in koreografie gezet door Beaujoyeux, Beauchamp en Benserade. De start van het hofballet is te situeren omstreeks het ontstaan van het Ballet Comique de la Reine in 1581 en het einde bij het ontstaan van de Académie Royal de Danse in 1661.

< >