Gepubliceerd op 04-05-2021

Belichting

betekenis & definitie

Het belang van de belichting bij ballet is geweldig toegenomen, vermits men steeds minder echte decors gebruikt en het licht in grote mate omgeving en sfeer helpt bepalen. Eerst en vooral moet de danser natuurlijk overal duidelijk getoond worden, wat algemeen vrij moeilijk is vermits dans uiteraard vol beweging zit.

Gewoonlijk werkt men met een aantal algemene sferen: koud, warm, dreigend, gezellig, exotisch, enz. Daarbij komen dan bepaalde bijzondere effecten.In de meeste balletgezelschappen over de wereld vertoont de algemene opstelling en werking van de belichting een grote overeenkomst. Zo is een sterke zijbelichting (uit de coulissen) zeer typisch. De danser wordt daardoor overal door het licht ‘gegrepen’, hij komt los van de achtergrond. Men bekomt reliëf in het toneelbeeld. Ook belangrijk is tegenlicht, horizonbelichting en speciale speelvlekken uit topschijnwerpers. Het frontale licht is bij ballet veel minder belangrijk dan bij toneel.

Soms worden ook projecties gebruikt, figuratieve of abstracte kleurencombinaties. Voor een solodans of pas de deux worden dikwijls volgschijnwerpers ingeschakeld. Ze maken het mogelijk de solist steeds duidelijk te zien, zonder de algemene sfeer te breken. Er wordt steeds naar gestreefd een belichting op te bouwen die functioneel is en aangepast aan beweging, muziek, decor en kostuums. Hiervoor werkt in de moderne gezelschappen speciaal een belichtingstechnicus, die na overleg met koreograaf en decor- en kostuumontwerper een eigen concept voorstelt. Dat wordt met een team van toneelelektriciens gedurende ruime tijd uitgewerkt tot alles definitief op punt staat. De reeks lichtstanden moet het ballet dan telkens visueel ondersteunen, synchroon met muziek en beweging.

Guido Canfyn

< >