(de; -en) 1 SP - tweehoofdige bovenarmspier
• Een spier kent maar één kunstje: samentrekken. Daarin is zij erg goed, maar verder kan zij niks. Er zit geen achteruit op. Spieren weten alleen hoe ze korter moeten worden, van langer worden hebben ze geen kaas gegeten. Heeft een spier je arm gebogen, dan is er een andere spier nodig om hem weer te strekken. De buiger is de biceps. Je ziet hem als de spierbal van je arm. Van de rekker, de triceps, zie je veel minder als hij in actie komt. (DEKKE) 2 SP - een van de buigspieren aan de achterzijde van het dijbeen.
Herkomst: van Lat. te-(twee-) en caput (hoofd)