klontje kristalsuiker.
klontje kristalsuiker dat vooral wordt gebruikt om koffie en thee een zoete smaak te geven.
Voorbeelden:
Mirjam schonk de koffie uit en deed er bij Erik een suikerklontje in.
J. Bernlef, Verbroken zwijgen, 2002
Hij bestelde een espresso. De suikerklontjes at hij op als snoepjes.
Désanne van Brederode, Mensen met een hobby, 2001
Ze zetten koffie, gingen aan tafel zitten en zogen verheerlijkt aan hun suikerklontjes, die door de hete drank in de mond oplosten.
Marianne Fredriksson, Anna, Hanna en Johanna, 2000
Oma Peppel had beloofd dat zij suikerklontjes naar het paard met de fluwelen oortjes zou brengen.
NRC, 1994
Als je een suikerklontje in tweeën breekt en de helft nog eens doormidden en dan daar weer de helft van neemt, en de helft van die helft, enzovoort, dan kom je uiteindelijk op het kleinste deeltje suiker dat nog suiker is: het molecule.
Midas Dekkers, Poot: verhalen over de hond, 2000