Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

plantseizoen

betekenis & definitie

seizoen om te planten.

seizoen, periode waarin zeker gewas of een boomsoort geplant moet worden; seizoen van het planten.

Voorbeelden:
Het plantseizoen voor bol- en knolgewassen komt er weer aan. Toch is het jammer dat veel tuinliefhebbers zich bijna uitsluitend houden aan de traditionele soorten.
De Standaard, 1996

Als alles volgens tijdschema verloopt kan het gazon ingezaaid worden in het plantseizoen (november-december).
http://www.veto.student.kuleuven.ac.be/jg23/veto2324/parks.html

Ondertussen zal de betrokkene al gezien hebben dat deze zieke en kapotte bomen al vervangen zijn. Dit was gepland. En is dus ondertussen ook tijdens dit plantseizoen uitgevoerd.
http://www.gent.be/gent/bestuur/hoorzit/gent4.pdf, 1999

De fractie heeft nauwkeurig alle bomen geteld, die in het vorige plantseizoen langs een negental wegen zijn aangeplant.
Meppeler Courant, 1994

De koude heeft er voor gezorgd dat het plantseizoen met een maandje werd verlengd.
De Standaard, 1996

< >