seizoen om te planten.
seizoen, periode waarin zeker gewas of een boomsoort geplant moet worden; seizoen van het planten.
Voorbeelden:
Het plantseizoen voor bol- en knolgewassen komt er weer aan. Toch is het jammer dat veel tuinliefhebbers zich bijna uitsluitend houden aan de traditionele soorten.
De Standaard, 1996
Als alles volgens tijdschema verloopt kan het gazon ingezaaid worden in het plantseizoen (november-december).
http://www.veto.student.kuleuven.ac.be/jg23/veto2324/parks.html
Ondertussen zal de betrokkene al gezien hebben dat deze zieke en kapotte bomen al vervangen zijn. Dit was gepland. En is dus ondertussen ook tijdens dit plantseizoen uitgevoerd.
http://www.gent.be/gent/bestuur/hoorzit/gent4.pdf, 1999
De fractie heeft nauwkeurig alle bomen geteld, die in het vorige plantseizoen langs een negental wegen zijn aangeplant.
Meppeler Courant, 1994
De koude heeft er voor gezorgd dat het plantseizoen met een maandje werd verlengd.
De Standaard, 1996