landbouwkundig ingenieur.
ingenieur die in een combinatie van vakken uit de biologie, scheikunde, natuurkunde en wiskunde opgeleid is en die als technoloog of adviseur werkzaam is op het gebied van natuurbeheer, voedselvoorziening, waterzuivering of afvalverwerking; landbouwkundig ingenieur; bio-ingenieur.
Wordt in België sinds 1990 bio-ingenieur genoemd.
Voorbeelden:
Natuurlijk blijf ik de landbouw volgen en ook het ontwikkelingswerk op landbouwgebied. Mijn zoon, die landbouwingenieur is, werkt nu in Indonesië.
De Standaard, 1995
Ik had in Wageningen veertien jaar lesgegeven aan toekomstige landbouwingenieurs, vriendelijke types met pluizige baardjes of soepjurken die vol idealisme kleine boeren in de ontwikkelingslanden wilden helpen of op onbespoten aardappelen wilden promoveren.
http://www.delta.tudelft.nl/archief/j34/2122, 2002
De jaren van grote groei zijn daarentegen voorbij voor de opleiding bio-ingenieur - vroeger landbouwingenieur - en aan de KU Leuven voor psychologie, dat in Gent dan weer bloeit.
De Standaard, 1996
Ze is de dochter van de Leuvense geneticus professor Herman Vanden Berghe en studeerde in 1985 in Leuven af als landbouwingenieur.
De Standaard, 1996
Die laatste opleiding bevat 3 profielen: de burgerlijk ingenieur, de ingenieur-architect en de bio-ingenieur (vroeger landbouwingenieur en ingenieur voor de scheikunde en landbouwindustrieën).
De Standaard, 1996