Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

juwelierszaak

betekenis & definitie

winkel voor juwelen.

zaak waar juwelen en merkhorloges verkocht worden; winkel waar men juwelen en merkhorloges kan kopen.

Voorbeelden:
Als juwelier verkoop je juweliersartikelen zoals sieraden, juwelen, edelstenen, horloges etc. Je werkt in je eigen juwelierszaak of je werkt in loondienst bij een juwelier.
http://www.servicepuntambachten.nl/index.cfm?page_id=10309

In Wezemaal hebben drie gewapende en gemaskerde mannen gistermorgen omstreeks 10.15 uur een juwelierszaak overvallen. De juwelier moest op de vloer gaan liggen, terwijl de daders de vitrinekasten aan diggelen sloegen. Uit de kasten en het atelier roofden ze sieraden en juwelen.
De Standaard, 1996

De zwart- of roodgevlekte Mexicaanse gigant is [...] de enige beschermde vogelspin in Nederland en mag zodoende niet worden verhandeld. In Amerika zetten ze de spinnen vaak in etalages van juwelierszaken, om zo eventuele dieven af te schrikken.
Meppeler Courant, 1996

< >