Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

fietsenwinkelier

betekenis & definitie

uitbater van een fietsenwinkel.

iemand die voor zijn beroep een fietsenwinkel uitbaat.

Voorbeelden:
De man [...] had bij tientallen fietsenzaken en -verhuurbedrijven in Nederland en Duitsland dure elektrische fietsen gehuurd en niet meer teruggebracht. Begin augustus maakte fietsenwinkelier Dion Schepens uit Oisterwijk veiligheidshalve een kopietje van zijn paspoort. Dat kwam van pas toen de verdachte de geleende fiets niet meer terugbracht.
http://copsincyberspace.wordpress.com/2012/08/13/, 13 augustus 2012

Wanneer ik achteruittrap, en dat doe ik meerdere malen per kilometer met de MTB, 'blokkeert' de ketting soms [...]. Ik heb het volgende al geprobeerd, op aanraden van een fietsenwinkelier/hersteller: (1) de cassette achteraan vervangen omwille van slijtage [...]. (2) Meerdere malen de cassette en ketting schoonmaken en invetten.
http://forum.4bikers.be/index.php?topic=7364.0, 19 augustus 2006

< >