verzamelaarsterm voor de oudste uurwerken voor gebruik in huis, in tegenstelling tot de torenuurwerken. Dergelijke uurwerken ontstonden in het begin van de 15de eeuw. maar werden pas tegen het eind van de 15de eeuw algemeen.
De vroegste typen waren geheel van ijzer, hadden gewichtsaandrijving, spillegang, foliot of balans en waren soms voorzien van slagwerk en of wekkerwerk; zij vertonen nog duidelijk gotische stijlkenmerken en worden daarom ook wel aangeduid als gotische wandklokken. Het beroemdst zijn de wandklokken uit Winterthur van de klokkenmakersfamilie Liechti. Uit de huisklok heeft zich de lantaarnklok ontwikkeld.