Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Waterwild

betekenis & definitie

Hieronder worden de volgende jachtvogels verstaan: zwanen, ganzen, eenden

duikers, watersnippen, goudplevieren, kemphanen, wulpen, scholeksters, gruttos, tureluren, meerkoeten en waterhoenen. Eenden en ganzen mogen van een half uur voor zonsopgang tot een half uur na zonsondergang geschoten worden.

< >