Cirkelvormige ijzeren of houten banden, dienende voor het samenhouden van de duigen van een vat. Vaten voor wijn en andere vloeistoffen hebben steeds ijzeren banden, die voor droge stoffen nog wel houten.
Het hout voor v. moet taai, sterk en buigzaam zijn. In aanmerking komen stangen of opslag van eik, kastanje, berk, hazelaar, verder sparrewortels, wilgenloten (kleine vaten), essenspint; in de Ver. St. prefereert men iepen.