is een klein gesl. uit de lam. Anacardiaceae, verbreid over de tropen van de oude en nieuwe wereld.
Voor Indon. zijn de volgende soorten te noemen: S.cytherea SONN. (syn. S.dukis FORST.), kedondong (Mal.), een vrij hoge vruchtboom, die op Java veel in de laagvlakte wordt geteeld. Plantverband 8-10 m; geschikt voor lage streken (z. Erfcultuur). Uit de vruchten kan een smakelijke moes worden bereid. Het zeer lichte (s.g. - 0,26), zachte en weinig duurzame hout wordt niet gebruikt.
S.lutea L., is een hoge zware boom uit tropisch Am., die op Java wel als sier- en laanboom is aangeplant. De op eierpruimen gelijkende oranjekleurige vruchten worden op Java niet gegeten ; in Guatemala bezigt men ze voor de bereiding van cider. Het zeer lichte, zachte, weinig duurzame hout wordt in Z.Am. voor de vervaardiging van lucifers gebruikt. S.pinnata KURZ, kedondong alas (Jav.), is een hoge, zware boom uit de laaglandmoessonbossen van Java, waarvan de lange rechtetakken, wegens hun gemakkelijk aanslaan veel voor het maken van levende omheiningen worden gebezigd. Het zeer lichte (s.g. = 0,39), zachte, weinig duurzame hout wordt weinig gebruikt, hoewel het voor pakkisten zeker bruikbaar is. De vruchten zijn oneetbaar.