Leer van de eigenschappen van bloedserum van mens en dieren en de veranderingen, die deze ondergaan bij ziekten en immuniseringen. Behalve verschillen in chem. samenstelling vertonen deze sera ook verschillen in praecipitatie en agglutinatie.
Deze serumreacties hebben uitgebreide toepassing gevonden in de geneesk. voor het herkennen van bepaalde ziekten, voor het verkrijgen van immuniteit en genezing (diphtherieserum en vele andere) en bij het bloedgroepenonderzoek.Ook bij het onderzoek van virusziekten van planten wordt soms van de serodiagnostiek (d.i. het vaststellen van de ziekteoorzaak m.b.v. serum) gebruik gemaakt. Deze diagnostiek berust op het feit, dat sommige viren aanleiding geven tot het ontstaan van z.g. antilichamen (= antibodies) in het bloed van een proefdier (konijn, cavia, enz.), wanneer zij in de bloedbaan van dit dier worden ingespoten. Men noemt een stof, die de vorming van antilichamen induceert, een antigeen. Het virus is dus een antigeen. De antilichamen zijn aanwezig in het serum (bloedwei), dat na stolling van het gewonnen bloed door de bloedkoek wordt uitgeperst. De antilichamen, tegen een bepaald virus gevormd, reageren specifiek met dit virus (vgl.
Immuniteit), doorgaans onder vorming van een neerslag in helder gemaakt plantensap (praecipitatie-reactie). Gebruikt men gewoon perssap van een viruszieke plant, dan kan met het hierbij behorende serum de agglutinatie-reactie optreden leen samenklontering van de vaste bestanddelen, voorn. bladgroenkorrels). Serologisch niet verwante viren geven geen reactie met hun wederzijdse antisera.
Serologisch onderzoek wordt op grote schaal toegepast, vooral bij de stamboomteelt van de aardappel tegen X- en S-virus. Alle geïnfecteerde planten, ook indien zij nog geen of slechts onduidelijke symptomen vertonen, kunnen op deze wijze uitgeschakeld worden.