Plantenstoffen met de kenmerkende eigenschap om in water een sterk als zeep (sapo) schuimende oplossing te geven. Ze prikkelen zeer sterk de slijmvliezen en veroorzaken haemolyse van de rode bloedlichaampjes (z.
Bloed). Door deze laatste eigenschap zeer gevaarlijk, indien ze in de bloedbaan worden gebracht. Hierop berust o.a. het gebruik als visvergift. De s. komen in meer dan 300 plantensoorten, verspreid over 70 fam. voor. Chenopodiaceae en Caryophyllaceae zijn er om bekend. Technisch gebruikt men de s. als schuimstoffen; bij toediening door de mond, in kleine hoeveelheden, zijn ze niet gevaarlijk. Als geneesmiddel als slijmafscheiding-bevorderende stoffen (expectorantia) b.v. zoethoutwortel, primulawortel, senegawortel; bovendien als urinedrijvende middelen: berkebladeren, Ononis-wortel.