Een parasiet wordt p. genoemd, wanneer hij stoffen afscheidt, die cellen van de waardplant verzwakken of tot afsterven brengen en wanneer hij zijn voedsel aan deze verzwakte of gedode cellen onttrekt. Vb. van p. parasieten zijn o.a. soorten behorende tot de schimmelgesl.
Fusarium, Sclerotinia en Bolrytis; vgl. Biotrooph (de parasiet leeft van levende cellen) en Necrotrooph (de parasiet leeft van dode cellen).