is een naarn door STARING gegeven aan de wijze, waarop in verschillende delen van het land de landb. wordt beoefend. STARING onderscheidde: de veehouderij en akkerbouwstelsels.
De laatste splitste hij in die op het zand en die op de klei. Op het zand onderscheidde hij: het drieslagstelsel, de Twentse roggebouw, de Gooise boekweitteelt, de rijenteelt in de Veenkoloniën, het vruchtwisselstelsel en de Vlaamse bouwerij. Op de klei onderscheidde STARING korenbouwerij op de rivierklei, korenbouwerij op de zeeklei, tarweteelt, Zeeuwse tarweteelt en polderroofbouw. Voorts noemt STARING nog enige bijzondere teelten, w.o. vooral de warmoezerij of groenteteelt.Landbouwsystemen. de wijze, waarop de landbouwbedrijven worden uitgeoefend (z. Landbouwstelsels).