Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Ketel

betekenis & definitie

is het onderdeel van een centrale verwarmingsinstallatie, waar het water of de stoom op temp. wordt gebracht. Hij kan bestaan uit gietijzer of plaatijzer.

De k. wordt in een afzonderlijke kelder of gelijkvloers opgesteld. Van uit de k. gaat de aanvoerleiding naar de verwarmingslichamen radiatoren en vandaar gaat de retourleiding naar de k. terug. Voor de warmwatervoorziening kan een boiler in het leidingnet worden ingeschakeld. De capaciteit van de k. wordt berekend naar de warmteverliezen (z. Isolatie) door de wanden van het gebouw en de verwarming van het water in de boiler.In kassen en poterbewaarplaatsen wordt de k. aan het eind of centraal opgesteld en vandaar gaan de buizen, waarvan vaak enkele boven elkaar zijn aangebracht door de gehele lengte van de kas. de bovenste buis dient als aanvoerleiding, de onderste als retourleiding.

De k. wordt met olie of kolen gestookt en gebruikt voor warmwater- of stoomverwarming. Het water bevindt zich in de dubbele wand van de k. rondom de vuurhaard en de rookgaskanalen. In de warmwaterketel wordt het water verwarmd tot ca 900 C en d.m.v. natuurlijke of pompcirculatie door de installatie gestuwd. Bij stoomketels brengt men het water op het kookpunt en wordt de stoom door de installatie gevoerd (z. Stoomketel).

< >