Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Homozygoot

betekenis & definitie

Wanneer in de beide chromosomen van een chromosomenpaar hetzelfde gen aanwezig is, noemt men de plant of het dier h. voor dat gen. Zo is bij mais Su Su h. zetmeelmais en su su h. suikermais.

Individuen die voor een bepaald gen h. zijn (b.v. Su Su of su su) vormen, voor dat gen, maar één type geslachtscellen (Su resp. su) en daarmee bij zelfbevruchting ook slechts één type nakomelingen (Su Su resp. su su) en worden, voor dat gen, genetisch zuiver (fokzuiver, raszuiver) genoemd.Een heterozygoot individu (Su su) vormt voor het betreffende genenpaar twee typen gameten (1 Su: 1 su) en geeft daardoor bij zelfbevruchting een splitsende nakomelingschap van 1 Su Su: 2 Su su: 1 su su (z. Mendelsplitsing). Dit betekent, dat de helft h. is geworden. Hieruit volgt, dat zelfbevruchting (de scherpste vorm van inteelt) in sterke mate de homozygotie bevordert.

Bij de van nature kruisbestuivende en daardoor sterk heterozygote maïs, b.v. komt men door gedwongen zelfbevruchting na 6 à 8 generaties tot m.o.m. volledige homozygotie. Ook bij organismen waar zelfbevruchting onmogelijk is (autosteriele en tweehuizige planten, de huisdieren) wordt door inteelt de homozygotie bevorderd, doch zeer veel langzamer (z. Heterosis en Inteelt).

< >