is de methode van boekhouden, waarbij men periodiek de grootte van het vermogen bepaalt en verder de veranderingen in die vermogensbestanddelen, waarin veel mutaties voorkomen, aantekent. Geen aantekening wordt gehouden (in tegenstelling tot het dubbel boekhouden) van de uit deze mutaties voortvloeiende wijzigingen in het vermogen zelf.
Ook wordt geen gespecificeerde inkomensverantwoording gegeven. Bij gebrek aan volledige administratie van de veranderingen in het vermogen zelf, wordt de winst bij het enkel boekhouden periodiek bepaald door vermogensvergelijking. Aan het begin en het einde van de periode, waarover de winst (het verlies) wordt bepaald, worden een inventaris en een balans opgemaakt, waaruit dan het totaal vermogen blijkt. Vergelijkt men nu het vermogen aan het eind van de periode met dat aan het begin van de periode, dan blijkt door eenvoudige aftrekking de vermogenstoename of -afname. Omdat in de loop van de periode in de regel reeds bedragen voor privé-verbruik (huishouding) zijn opgenomen, moeten deze bij de vermogenstoename worden opgeteld om de bedrijfswinst te leren kennen. Omgekeerd worden privé-stortingen (b.v. ook een ontvangen erfenis) van de vermogenstoename afgetrokken, omdat die niet tot de bedrijfswinst behoren.
Om aan het eind van de periode te weten welke privé-stortingen en -opnamen er zijn geweest en tevens voor controle op het vermogensbestanddeel ‘kasgeld’, wordt een kasboek bijgehouden. In het landbouwboekhouden (en tevens voor de administratie van middenstandszaken) wordt veelal gebruik gemaakt van het z.g. uitgebreid e. b., dat op eenvoudige wijze toch een winstspecificatie geeft (en daarom volgens de meeste theoretici een vorm van dubbel boekhouden is). Voor deze winstspecificatie wordt gebruik gemaakt van het reeds genoemde kasboek, dat dan echter tabellarisch wordt ingericht om daardoor automatisch de indeling van inkomsten en uitgaven in een aantal groepen te verkrijgen.
Een verdere specialisatie dan het aantal kolommen is nog mogelijk door posten in één of meer kolommen te coderen (van een bepaalde aanduidingsletter of -cijfers te voorzien), terwijl voor zeer belangrijke posten (b.v. veevoer in weidebedrijven) een aparte tabellarische specificatiestaat kan worden opgesteld. Wanneer tevens aantekening wordt gehouden van de onbetaalde arbeid (aantal werkuren van boer en gezinsleden) en van de in het eigen bedrijf verbruikte producten uit eigen bedrijf (b.v. vervoederde aardappelen, kalvermelk) is met deze methode een beoordeling van de rentabiliteit van het bedrijf mogelijk, die een vrijwel volledig inzicht in de financiële kant van het bedrijf geeft. Ook voor fiscale doeleinden wordt i.h.a. de een of andere wijze van uitgebreid e.b. toegepast.