1. (bodemk.) De geleidelijke omvorming van een bodemtype in een ander bodemtype met minder gunstige eigenschappen. B.v. de d. van een bruine bosgrond tot een podsolgrond.
2. plantensociologie) Afbraak van een plantengemeenschap zonder aantoonbare achteruitgang in de oecologische omstandigheden, derhalve reversibel i omkeerbaar). Zij kan spontaan of biotisch zijn (z. Degeneratie). Vb. van biotische d.: het invoeren van hakhoutcultuur in een opgaand loofbos.