De naam b. is ontstaan door het gebruik van ramen op grond waarin broeimateriaal, b.v. paardenmest, zorgde voor de broei, verwarming, van de grond.
Vooral bij de teelt van sla in platglasrijen met behulp van paardenmest spreekt men dan ook nog wel van b. en broeisla. Tegenwoordig spreekt men echter meest over warme rijen en warme sla.
De naam b. is m.o.rn. verouderd en wordt als zodanig weinig meer gebruikt.