Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Boomkwekerij

betekenis & definitie

Onder b. verstaat men de cultuur van winterharde, houtige gewassen met de bedoeling deze in rusttoestand af te leveren. Ook de cultuur van vaste planten wordt meestal tot de b. gerekend.

Naast de kwekerijen in de boomteeltcentra, treffen wij verspreide bedrijven aan. De kwekerijen zijn meestal gemengd of min of meer gespecialiseerd in één van de volgende richtingen:

(1) De teelt van siergewassen,

(2) van vruchtbomen,

(3) van planten voor bosaanleg,

(4) van onderstammen.

(1) Omvat de cultuur van laan- en parkbomen, sierheesters (bloem-, blad- en bosheesters:, sierconiferen en vaste planten;

(2) de cultuur van vruchtbomen en bessenstruiken;

(3) de cultuur van jonge zaailingen voor de aanleg van bossen en

(4) de cultuur van onderstammen voor de verkoop (vooral voor rozen en vruchtbomen).

Gemengde bedrijven komen het meest voor, b.v. de combinatie vruchtbomen en rozen (Midden Limburg en omgeving van Wetteren in België), vruchtbomen en laanbomen (Zundert, omgeving van Goes en Lesdain in Henegouwen), vruchtbomen en vruchtboomonderstammen. de cultuur van de meeste gewassen duurt enige jaren. Enkele éénjarige cultures zijn: zaailingen voor bosplantsoen, vruchtbomen rozenonderstammen en rozenonderstammen van stek. Tweejarige cultures: rozen, vele heesters en onderstammen.

Meerjarige cultures: vruchtbomen, Iaanbomen en de meeste andere siergewassen. (Ned.) Oppervlakte en afzet:

1. de beteelde opp.: 2644 ha.
2. De totale omzet in 1952 bedroeg ca f20.000.000, waarvan voor f 16.282.000 geëxporteerd werd.
3. De belangrijkste afnemers zijn: Eng. f 3.769.000, Duitsl. (trizonc) f 2.730.000, Scand. f 2.572.000, Canada f 2.219.000, Zwitserl. f 987.000. Ver. St. f 1.820.000, België en Luxemburg f 1.051.000, overige landen f 1.134.000.

( België) Officiële gegevens over 1952.

Fruitboom- en fruilheesterkwekerijen 490 ha, waarvan 232 ha in O. Vlaanderen. Sierboom- en sierheesterkwekerij 344 ha waarvan 170 ha in O. Vlaanderen. Bosboomkw. 542 ha waarvan 132 ha in O. VI.,

125 ha in W. VI. en 79 in Henegouwen.

In 1952 voerde B. uit voor een bedrag van 22.989.000 frs, waarvan ruim 11 mill. frs bosbomen en -heesters. de afnemende landen waren in volgorde van hun belangrijkheid: W.Duitsl., Fr., Ned., Zwitserl., Italië, Noorwegen.

In deze landen gaat het grootste deel van het materiaal naar boomkwekers, die het óf op eigen kwekerij verder kweken óf direct verkopen. Ook aan bloemisten, plantsoendiensten e.d. wordt geleverd.

Grootte van de bedrijven.

Globaal kunnen wij de bedrijven in twee groepen verdelen, De handelskweker heeft een kwekerij met buitenlandse of binnenlandse groothandel. Hij heeft personeel in dienst en in Boskoop ook kweekkassen. de kwekerij heeft meestal een flinke oppervlakte (Boskoop 2-5 ha, elders 10-50 ha). de kleine kweker (Boskoop, kweker aan land) verkoopt zijn producten aan boomkwekers. Hij heeft een klein bedrijf (Boskoop: 0,5-1 ha, elders tot 10 ha ; en geen of weinig personeel. Soms kweekt hij op contract voor een handelskweker. Dit systeem is ook tamelijk algemeen in de omgeving van Wetteren.

E. F. JACOBI /J. HIEMELEERS.

< >