ABC van de Hengelsport

Van Onck (1972)

Gepubliceerd op 28-04-2019

Vliegvissen

betekenis & definitie

Vliegvissen - Het vissen met de kunstvlieg. Hier¬bij kunnen twee soorten hengels worden gebruikt: de werphengel en de vliegenhengel.

Over het vliegvis¬sen met gebruik van de werphengel kunnen we heel kort zijn, omdat het beslist niet valt aan te bevelen. Vol¬ledigheidshalve dit: er wordt met een zeer lichte lijn gevist, de buldo dient hierbij als werpgewicht. Deze komt aan het einde van de lijn, waarbij de vlieg aan een zeer kort zij lijntje wordt bevestigd en op deze manier op het water wordt aange¬boden (fig. 67 a). Soms wordt achter aan de buldo een lijntje met een natte vlieg bevestigd (fig. 67 b), ook neemt men wel twee zijlijntjes met droge vliegen. In alle gevallen is het een onplezierige en weinig suc¬cesvolle methode van vliegvissen.

Wel een kostelijke manier om de vlieg te presenteren beleeft u met de vliegenhengel, die ons in staat stelt met behulp van de vliegenlijn de kunstvlieg te presenteren zonder dat er lood aan te pas komt. Maar dit onderwerp stelt mij — in verband met het wezen en het bestek van dit boek — voor ernstige problemen. U kunt vliegvissen beslist niet — alleen — uit een boek leren. Boven¬dien bestaat er zoveel goede litera¬tuur over dit onderwerp, dat u er gemakkelijk een keus uit kunt ma¬ken, wanneer u serieus het vliegvis¬sen gaat beoefenen. Maar het aller¬beste kunt u deze hengelmethode onder de knie krijgen door u te laten voorlichten door een geoefende visvriend of uw winkelier (aangeno¬men dat hij er zelf de nodige kennis en kunde van heeft) of u aan te slui¬ten bij een castingclub, waar men u met het grootste plezier de nodige praktische voorlichting biedt.

Ik beperk me nu tot enkele — toch wel zeer belangrijke wenken.

Er zijn verschillende manieren om de vliegenhengel tijdens het werpen vast te houden: de duim op de hand¬greep, de duim zijdelings tegen de handgreep en de wijsvinger op de handgreep. De eerste houding ,ligt’ de beginner het gemakkelijkst, maar de derde verhindert hem wat, de meest voorkomende fout te maken, dat hij bij het verlengen van de lijn achterwaarts in de lucht de hengel verder door laat buigen dan de stand van 12 uur, dus recht omhoog. Laten we — wanneer u zelf wilt proberen, u enkele beginselen bij te brengen — deze houding maar als uitgangspunt nemen.

Ie fase: (Oefen op het droge alstu¬blieft, met een vlieg, waarvan u de haak hebt afgeknipt, of met een paar samengebonden draadjes witte wol).

Een meter of zes lijn van de hengel trekken en voor u op de grond leg¬gen. Kijk of u achter u voldoende vrije ruimte hebt. De hengel met vrijwel gestrekte arm voor u uit houden. De wijsvinger op de hand¬greep, de andere vingers drukken de lijn er tegenaan. Nu de hengel van 9 naar 11 uur (ik hoef die ,klok’ toch niet extra uit te leggen?). Dit ge¬beurt met de onderarm, maar zon¬der tussenpoos komt nu de pols in actie en brengt de hengel naar 12 uur (mooie vergelijking: of u met een hamer een felle tik tegen een spijker achter uw hoofd geeft).

Nu stoppen.

De hengel zwiept dan ver¬der door en de lijn strekt zich achter u in de lucht. U mag daar naar kij¬ken als dat gemakkelijker is (daar¬om witte wol!) De lijn gestrekt — dan de voorwaartse beweging. Bij het laatste stuk van 11—9 uur doet het polsgewricht het werk.

2e fase: De lijn gaat nu niet door tot 9 maar tot 10 uur, waarna een nieuwe achterwaartse worp volgt tot u het ritme goed in de macht hebt. Bij de 3e fase gaat de linkerhand meewerken door telkens bij de voor¬waartse en bij de achterwaartse be¬weging een stukje lijn van de reel te trekken en toe te geven. Losjes vasthouden, maar wel steeds strak tussen hand en hengel.

En tenslotte gaat u dan proberen — nu bij het water — door op het laatste moment de hand omlaag te brengen, de vlieg zonder lawaai op het water te doen neerdwarrelen. Er bestaan andere worpen (rolworp, parachute worp), die onder bepaalde omstandigheden worden toegepast, maar waarop ik hier niet verder in kan gaan.

Nu nog enkele wenken uit de prak¬tijk van het vliegvissen. Wanneer de droge vlieg gaat zinken — u hebt hem eerst al bespoten met een daar¬toe in de handel zijnde spray — kunt u hem drogen door enkele korte ,valse’ worpen in de lucht te maken. U laat de goed gelanceerde vlieg na het werpen rustig enkele ogenblik¬ken op het water liggen. Wilt u hem opnemen, dan eerst de lijn straktrekken en pas als er beweging in het eind van de leader komt, tilt u het geheel met een fikse korte ruk uit het water, anders ontstaat er te¬veel beroering.

Een natte vlieg wordt anders gepre¬senteerd. Als hij gezonken is trekt u hem met rukjes naar u toe door tel¬kens een stukje lijn om de vingers te wikkelen.

Het drillen geschiedt door met de ene hand de lijn tegen de hengel te drukken en inmiddels met de andere hand de vis naar u toe te trekken. Slotopmerking: vliegvissen is niet gemakkelijk, maar beslist ook niet zo moeilijk, dat het u niet zou luk¬ken om al na enkele oefeningen de rietvoorn met goed gevolg in de pol¬der te gaan bevissen. Bovendien is het lang niet zo’n dure sport als vroeger: er zijn beslist al bruikbare uitrustingen te koop die in totaal de f 75.— niet te boven gaan.

< >