Forel - Met veel genoegen acht ik het ver¬antwoord om ook de forel in dit boek een plaats te geven. Was het vroeger een ,buitenlandse’ vis, door het werk van enkele pioniers (die er weinig profijt en plezier van heb¬ben gehad) en later vooral van de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij (OVB) is de forel min of meer ook een inheemse vis ge¬worden.
Vooral in wateren als het Veerse Meer gedijt hij flink. We hebben in ons land te doen met twee soorten a. Beekforel (Salmo trutta fario) een sierlijke vis die niet al te groot wordt (zeker niet groter in ons land dan ongeveer 30 cm), maar hevig voor zijn vrijheid weet te strijden. Bijzonder smakelijk. Paai¬en doet deze vissoort voor zover mij bekend niet in wateren als het Veerse Meer. Hij komt echter ook nog wel sporadisch voor in enkele Limburgse beken (zeer kleine exem¬plaren).
b. Regenboogforel. (Salmo gairdneri), een mooiere en grotere vis dan de beekforel, herkenbaar aan een purperachtige streep over de hele lengte van het lichaam. Mogelijk iets minder smakelijk dan de beekforel, maar toch nog altijd een delicatesse. Kan bij een lengte van 70 cm een gewicht van onge¬veer 7 kg bereiken. Mijn grootste woog iets meer dan 2 1/2 kg, maar in het Veerse Meer, waar ik hem te pakken kreeg zijn beslist zwaardere exemplaren gevangen. Plant zich tot nu toe niet in onze wateren voort. Beide forelsoorten hebben een onderkaak die langer is dan de bovenkaak.