bewegingen, waarbij elk punt v/e lichaam zich periodiek om een evenwichtsstand beweegt, onderscheiden in longitudinale en transversale t.; b/d eerste beweegt zich de slingering i/d voortplantingsrichting, b/d tweede loodrecht daarop. Zij spelen een groote rol h/h onderzoek v. acoustische en elect. verschijnselen.
Het uitgangspunt vormen de sinusvormige t., waarbij het trillende punt een sinussoide beschrijft; waar dit niet het geval is, bij harmonische t., kan men deze beschouwen als de samenwerking v/e aantal sinusvormige. Als het trillende punt wordt beïnvloed door verschül., In → phase afwijkende doch overigens gelijke trillingen, dan kunnen óf dè t. elkaar opheffen, óf het punt kan in trilling geraken waarbij de → amplitude een andere is dan v/d oorspr. t. Hierdoor ontstaan o.a. doode zones, → interferentie- en → fading-verschijnselen.