alkalische aarde, verkregen door verhitting v. schelpen, kalksteen en dergelijke (calciumcarbonaat), waardoor calciumoxyde ontstaat. Dit is de zg. ongebluschte kalk.
Door toevoeging v. water, waarbij groote warmte ontwikkeld wordt (blusschen), vallen de stukken tot poeder uiteen, dat met zand of cement en water metselspecie geeft (k-mortei).