Onder biomassa bijstook verstaat men het deels vervangen van kolen door biomassa als brandstof in een kolencentrale. Biomassa is in tegenstelling tot kolen CO2-neutraal, zodat het bijstoken van biomassa de uitstoot van kolencentrales vermindert.
Kolencentrales produceren elektriciteit en warmte door het verbranden van steenkool of bruinkool. Bij de verbranding komt koolstofdioxide (CO2) vrij, een broeikasgas dat bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Behalve kolen zijn kolencentrales ook relatief eenvoudig geschikt te maken voor het verbranden van biomassa.
Ook bij de verbranding van biomassa wordt CO2 uitgestoten. Deze CO2 is, in tegenstelling tot die in kolen, pas recentelijk uit de atmosfeer opgenomen door de biomassa. De hoeveelheid CO2 in de atmosfeer blijft in balans zolang de hoeveelheid CO2-opnemende biomassa op aarde gelijk blijft. Biomassa is daarom een CO2-neutrale brandstof, mits dezelfde hoeveelheid opnieuw wordt aangeplant.
De uitstoot van kolencentrales kan worden teruggedrongen door (een deel van) de gebruikte kolen te vervangen door biomassa. Dit gebeurt ook in Nederlandse kolencentrales. Door de hogere kosten van biomassa wordt een subsidie uitgekeerd, die het verschil in prijs met kolen vergoed. Verreweg de meeste duurzame energie in Nederland wordt opgewekt met behulp van biomassa, ook de biomassa bijstook speelt hierin een rol. Mede dankzij het bijstoken van biomassa kunnen belangrijke doelstellingen voor duurzame energie worden behaald.
De meeste biomassa die wordt gebruikt in kolencentrales bestaat uit pellets (samengeperste korrels hout), deze zijn afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. In Nederland hebben energiebedrijven en milieuorganisaties zoals Greenpeace zelfs gezamenlijk getekend voor de strengste duurzaamheidseisen ter wereld (FSC of vergelijkbaar). Ook worden soms andere soorten biomassa bijgestookt, zoals de overschotten van geruimd vee. Op deze manier is een nuttige verwerking mogelijk die het gebruik van kolen terugdringt.
