Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 07-06-2019

Varii.

betekenis & definitie

Varii. - 1) Q. Varius Sucronensis, uit Sucro in Hispania, meer bekend onder den bijnaam Hybrida, dien het volk hem gaf, omdat zijn burgerrecht door sommigen werd betwijfeld, stelde als volkstribuun in 91 de heillooze lex Varia de maiestate voor, waardoor de italische bondgenooten, die zich reeds gewapend hadden om Rome het burgerrecht af te dwingen en die op enkele plaatsen reeds tot oproer waren gekomen, zóó verwoed werden, dat zij Rome den ondergang zwoeren.

Hij was een goed redenaar. Hij was, naar men zeide, medeplichtig aan den moord van zijn ambtgenoot M.

Livius Drusus en werd ook beschuldigd van vergiftiging van Q. Caecilius Metellus Numidicus (Caecilii no. 13).

Later werd hij krachtens zijn eigen wet veroordeeld, ging in ballingschap en werd op wreedaardige wijze vermoord; hoe, is niet bekend.—2) Varius Cotyla (= wijnvat) was een deelgenoot der drinkgelagen van Antonius, die hem echter eens aan een maaltijd door zijne slaven liet geeselen. Later komt hij als bevelhebber eener legerafdeeling in den mutinensischen oorlog voor.—3) L.

Varius Rufus, rom. dichter uit den kring van Maecēnas, een vriend van Catullus en Vergilius en ook van Augustus. Aan hem en Plotius Tucca droeg Vergilius op zijn sterfbed de uitgaaf zijner Aenēis op.

Varius was ook werkzaam voor de toelating van Horatius in den kring van Maecenas. Als treurspeldichter stond hij hoog aangeschreven; zijn Thyestes werd opgevoerd bij de spelen ter viering van de overwinning bij Actium en door Octaviānus met een geschenk van een millioen sestertiën beloond.

Hij was vooral beoefenaar der epische poëzie, Maeonii carminis ales, zooals Horatius hem noemt. O. a. schreef hij een gedicht de morte en een Panegyricus Augusti.

Nagenoeg alles van hem is verloren gegaan.—4) Varius Avitus Bassianus = Heliogabalus.