Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 11-06-2019

Naevii

betekenis & definitie

Naevii - plebejisch geslacht. 1) Cn. Naevius, Campaniër van geboorte, tooneeldichter, de eerste, die fabulae praetextae (zie praetexta) gedicht heeft, en schrijver van een epos in saturnische maat over den eersten punischen oorlog. Naar griekschen trant tastte hij in zijne stukken de aanzienlijkste mannen aan, o. a. de Metellussen en de Scipio’s waardoor hij zich eerst gevangenisstraf, later verbanning op den hals haalde.

Van hem is o. a. de bekende versregel afkomstig: fató Metélli Római fíunt cónsulés, waarop door de Metelli geantwoord werd: dabúnt malúm Metélli Naévió poétae. Zie Caecilii no. 3. Hij overleed te Utica in vrij hoogen ouderdom omstreeks 200.—2) de andere bekende Naevii, waarvan enkele bij Livius en bij Cicero voorkomen, zijn van weinig belang.

Een er van, Sex. Naevius, een man van geringe afkomst, komt als aanklager voor tegen P. Quinctius, die door Cicero verdedigd werd (Quinctii no. 10).

Een ander, P.

Naevius Turpio, wordt door Cicero als handlanger van Verres aan de kaak gesteld.—3) Naevius Sertorius Macro, z. Macro.