Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 11-06-2019

Macrīnus

betekenis & definitie

Macrīnus - (M. Opellius), eerst jurist, later praefectus praetorio onder Caracalla, vernam bij toeval, dat de keizer hem uit den weg wilde ruimen en liet toen heimelijk Caracalla ombrengen (217 n. C.).

Het leger keurde de verheffing van Macrinus op den troon goed. Deze nam zijn jeugdig zoontje Diadumeniānus tot medekeizer aan. Na eene niet zeer roemrijke regeering van 14 maanden (217–218) werden vader en zoon door de oproerige troepen vermoord.